Amerikaanse mariniers stormen aan land in de slag van Incheon

“Kroniek van het Belgisch Korea Bataljon 1950 – 1955”
of de geschiedenis van de Belgische vrijwilligers tijdens de oorlog in Korea

De Koreaanse Oorlog begon in juni 1950 met een aanval van communistisch Noord-Korea op Zuid-Korea. Hij eindigde in juli 1953 met een wapenstilstand. Er is echter nooit een officieel vredesverdrag ondertekend. Het conflict duurt formeel nog steeds voort. De Koreaanse Oorlog was als gewapend conflict een onderdeel van de Koude Oorlog. Voornaamste betrokken partijen waren de Verenigde Staten van Amerika onder vlag van de Verenigde Naties aan de ene kant en communistisch China en wijlen de Sovjet-Unie aan de andere kant. Hovenaar Hugo Peerlinck (°Aalst, 1937), lic. Geschiedenis, Rechten, TEW en Luitenant-Kolonel (BD) schreef er twee zeer interessante boeken over.

* Aanloop van de oorlog

– Korea was lange tijd een in Europa nauwelijks gekend gebied, tot het in 1910 door Japan werd bezet en een Japanse kolonie werd. Tijdens de 2de Wereldoorlog beslisten de Geallieerden (USA, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie) dat Korea terug een onafhankelijk land zou worden, na de Japanse nederlaag.

– Na de oorlog was het noordelijk deel bezet door de Sovjet-Unie en het zuidelijke door de USA.. De 38ste breedtegraad vormde de grens tussen de twee Korea’s. Men was overeengekomen de beide landen te herenigen tot één Korea. Na het einde van de bezetting door de twee grote mogendheden werd Noord-Korea echter een communistische één partij staat en werd in Zuid-Korea een meer democratisch bestuur geïnstalleerd. Noord-Korea werd gesteund door de Sovjet-Unie. Zuid-Korea werd door de Amerikanen praktisch aan zijn lot overgelaten.

– De internationale situatie was erg gespannen. Er was geen samenwerking meer tussen de voormalige winnaars van de 2de Wereldoorlog. Overal deden er zich regionale conflicten voor waar de USA en de USSR als opposanten tegen elkaar stonden. De Noord-Koreaanse regeringsleider Kim Il-sung besloot daarop om Zuid-Korea aan te vallen en te veroveren.

– Omdat het communisme overal in opmars was (Oost-Europa, Griekse burgeroorlog 1946-49, Zuid-oost Azië, enz…) stelde de USA een ‘perimeter’ vast van landen die zouden moeten vrij blijven van de communistische machtsinvloed.

In tegenstelling tot wat gedacht werd in communistisch Noord-Korea reageerde de USA wel op hun agressie, al was het met een omweg via de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNO). Er werd een oproep gelanceerd tot militaire hulp aan alle democratische landen die lid waren van de UNO. Ook ons land kreeg die vraag voorgeschoteld; om specifiek een bataljon van 1.000 manschappen te leveren.

Uiteindelijk bestond die militaire steun vanuit de Verenigde Naties uit een troepenmacht waaraan naast troepen van de Verenigde Staten van Amerika nog vijftien landen deelnamen : Australië, België, Canada, Colombia, Filippijnen, Ethiopië, Frankrijk, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Luxemburg, Nederland, Nieuw-Zeeland  , Thailand, Turkije en Zuid-Afrika..

Amerikaanse mariniers stormen aan land in de slag van Incheon

* Verloop van de oorlog

Na enkele dagen werd de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel bezet en begin september 1950 was 90% van Zuid-Korea in handen van de communistische Noord-Koreaanse troepen. Alleen een klein gebied rondom Pusan hield nog stand. Bijna waren de Zuid-Koreanen op de knieën gedwongen. Dankzij een tactisch hoogstandje (de amfibie landing bij Incheon), ver achter de Noord-Koreaanse linies en het nodige geluk slaagde de Amerikaanse bevelhebber generaal MacArthur erin de Noord-Koreanen terug te dringen tot ver over de 38e breedtegraad. De Chinezen, beducht voor een uitbreiding van de oorlog tot hun eigen grondgebied, intervenieerden en drongen de westerse coalitie terug. Opnieuw viel Seoel in communistische handen. MacArthur stelde voor de atoombom in te zetten tegen de communistische Volksrepubliek China, maar dat werd verworpen. Dit zou de wereld volgens de Amerikaanse president Harry Truman in een nucleaire oorlog omtoveren, wat rampzalige gevolgen zou hebben voor de mensheid. Mac Arthur werd op 11 april 1951 ontheven uit zijn functie als bevelhebber over de UNO-troepen in Korea.

Burgers zijn in iedere oorlog de grootste slachtoffersIn de periode die volgde sleepte de oorlog zich voort waarin successen en tegenslagen voor beide partijen elkaar afwisselden. Medio 1951 werden er pogingen gedaan vredesonderhandelingen te beginnen. Daarmee kon op 10 juli 1951 in Kaesong worden begonnen. De onderhandelingen sukkelden maandenlang voort en werden herhaalde malen gestaakt. Groot struikelblok was de uitwisseling van de vele krijgsgevangenen. Pas na de dood van Sovjetleider Jozef Stalin in maart 1953 werd er weer voortgang geboekt en op 27 juli 1953 kon er te Panmunieom een “staakt-het-vuren” worden afgekondigd.

De onderhandelingen hadden dan wel tot een staakt-het-vuren geleid, maar een vredesverdrag tussen Noord- en Zuid-Korea is nooit gesloten, zodat beide landen officieel nu nog steeds in staat van oorlog verkeren. Regelmatig vallen er nog slachtoffers tijdens grensschendingen. Dieptepunt was het jaar 1961, waarbij in totaal 122 mensen van het VN-leger sneuvelden. De Koreaanse Oorlog kostte tenslotte aan drie miljoen burgers en militairen het leven. Noord- en Zuid-Korea bleven als puinhopen achter. Sinds de oorlog staan de legers van de twee landen onafgebroken oog in oog tegenover elkaar bij de gedemilitariseerde zone, een soort Ijzeren Gordijn dat de twee landen van elkaar scheidt. In 2010 laaiden de vijandelijkheden tussen Noord- en Zuid-Korea weer op toen Noord-Korea het Zuid-Koreaanse korvet ‘Cheonan’ tot zinken bracht. Later dat jaar hield Zuid-Korea enkele militaire oefeningen vlakbij de grenzen van de buur. Noord-Korea reageerde op de oefeningen met een granaataanval op de Zuid-Koreaanse eilandengroep Yeonpyeong, waarbij vier Zuid-Koreaanse doden vielen.

De Koreaanse Oorlog wordt ook wel eens de “vergeten oorlog” genoemd, omdat hij in de schaduw verloopt van zowel de Tweede Wereldoorlog als de Vietnamoorlog. Deze oorlog was echter bloedig genoeg om hem zijn plaats in de geschiedenis te geven.

* De Belgische bijdrage aan de Koreaanse oorlog

Begin juli 1950 bevond België zich in een politiek zeer moeilijke situatie als gevolg van de verscheurende Koningskwestie. Vnl. in Wallonië was het verzet tegen de terugkeer van koning Leopold III zeer groot. In de industrieas Samber-Maas stemden tot 80 % van de Walen in het nationaal referendum tegen de terugkeer van de koning naar België. Stakingen braken uit, aanslagen werden gepleegd tegen spoorlijnen en elektriciteitscentrales, enz… België stond aan de rand van een burgeroorlog en de koning deed afstand van de troon. Zijn toenmalige minderjarige zoon Boudewijn werd de troonopvolger.

In deze moeilijke periode diende de regering te beslissen over het zenden van militairen naar Korea, in dienst van de Verenigde Naties. Men diende een beroep te doen op vrijwilligers omdat de Belgische grondwet niet toelaat om gewone legereenheden naar een buitenlands strijdtoneel te zenden. Vrijwilligers uit het reguliere leger en het burgerleven dienden als basis voor de vorming van een infanterie-eenheid, het tweetalige “Belgisch Vrijwilligersbataljon voor Korea” dat ter plaatse onder Amerikaans bevel werd geplaatst. Het bataljon ging er door het leven als het Belgian United Nations Command (BUNC). Eén van de pelotons van dit bataljon was daarenboven volledig samengesteld uit militairen van het Groothertogdom Luxemburg.

Op 18 september 1950 ontving het trainingscentrum voor commando’s te Marche-Les-Dames 3.000 kandidaten voor een intense opleiding die zou voorafgaan aan hun operationele inzet. Ongeveer 700 onder hen beëindigden deze 3 weken durende opleiding met succes. Op 18 december 1950 scheept de BUNC in aan boord van het schip de Kamina in de haven van Antwerpen met als eindbestemming Pusan, waar het op 31 januari 1951 aanlegde.

Tijdens haar inzet in het conflict, nam het bataljon deel aan verschillende militaire operaties waarbij het ontzag en respect afdwong bij de geallieerde troepen. Het vaandel van de eenheid werd versierd met maar liefst 6 eervolle vermeldingen waaronder één Amerikaanse en één Koreaanse. Op het einde van het conflict werd de balans opgemaakt: meer dan 100 Belgische en Luxemburgse militairen sneuvelden, 478 onder hen geraakten gewond.

Omdat de dienstverbintenis slechts één jaar bedroeg, inbegrepen de reistijd, diende men te zorgen voor ‘versterkingen” als aanvullingen van het eerste bataljon. In totaal vertrokken 3.172 landgenoten naar Korea, sommigen tekenden twee of zelfs drie dienstverbintenissen. Omdat er na de wapenstilstand nog steeds vijandelijkheden mogelijk waren, bleef het Belgische bataljon tot half 1955 in Korea.

Na hun terugkeer naar België werden de vrijwilligers slecht behandeld : ze waren niet de verdedigers van het vaderland in 1940 of de bevrijders van België in 1944 en ze waren allen vrijwilligers. Het ontbrak de toenmalige politieke klasse ook aan moed om hun rechten vast te leggen. Het duurde tot 1983 eer de Korea-vrijwilligers het statuut van oud-strijder verkregen.

Het derde bataljon parachutisten uit Tielen (Kasterlee) heeft de eer toebedeeld gekregen de tradities van het Belgisch- Luxemburgs Korea bataljon te mogen overnemen. Het vaandel van de eenheid werd toevertrouwd aan de korpscommandant van het 3e Para in 1955. De militairen van dit bataljon dragen de nestel van de Leopoldsorde. Het thuiskwartier van deze eenheid in Tielen draagt de naam van kapitein Pierre Gailly, een officier van de BUNC die sneuvelde te Chatkol op 20 maart 1953. Ook het mutskenteken van 3 Para en het schild “Korea” op hun uniform zijn overgenomen van de BUNC. Enkel de kleur van de muts werd niet overgenomen. De bruine mutsen van de BUNC worden in België gedragen door de eenheden van de infanterie. Het 3 Para draagt, zoals bijna alle parachutisteneenheden ter wereld, een wijnrode muts.

* Boeken over de Koreavrijwilligers

Over het Belgische bataljon in Korea bestaat een militair georiënteerd boek, geschreven door de eerste commandant A. Crahay en enkele persoonlijke en peletonsverhalen. Een volledig verhaal over de Belgische vrijwilligers in Korea ontbrak tot in mei 2009 Hovenaar en historicus Hugo Peerlinck hierover een boek publiceerde “Kroniek van het Belgisch Koreabataljon 1950-1955, met een historische achtergrond”. Dit werk verscheen ook in het Frans, was in enkele maanden uitverkocht en is reeds aan een herdruk toe. Peerlinck interviewde meer dan honderd vrijwilligers, raadpleegde de archieven en stelde zo het dagboek van het Bataljon weer samen. De anekdotes en de foto’s uit de albums van de vrijwilligers geven een bijzonder overzicht van een moment dat de wereld angstvallig de adem inhield.

Enkele weken geleden publiceerde Peerlinck een tweede boek – in samenwerking met co-auteur W. Van den Steen – “Album van het Belgisch Koreabataljon 1950-1955”, met meer dan 900 foto’s in verband met de Belgische vrijwilligers in deze unieke oorlog. Het was de eerste en enigste maal in de geschiedenis dat de Verenigde Naties (16 strijdende eenheden en 5 landen die medische hulp leverden) de vrede verdedigden ‘met de wapens’. Daarna werd het systeem van de UNO-Blauwhelmen gebruikt om de vrede te handhaven.

– PEERLINCK Hugo, “Kroniek van het Belgisch Koreabataljon 1950 -1955”. Uitgeverij Flying Pencil, Erembodegem, 2011, 240 blz., 36 euro.

– PEERLINCK Hugo en VAN DEN STEEN Willy, “Album van het Belgisch Koreabataljon 1950 – 1955. Fotografisch verslag over de Belgische vrijwilligers”, Uitgeverij Flying Pencil, Erembodegem, 2011 , 200 blz. met 900 foto’s, 36 euro.

Beide boeken werden in september 2011 voorgesteld in de kazerne van het 3de Bataljon Parachutisten in Tielen / Kasterlee.