De IJzer. Het ultieme front'

De IJzer. Het ultieme front' In de aanloop naar 2014, juist 100 jaar na het uitbreken van “Den Grooten Oorlog”, verschijnen er terug boeken over deze grote Europese mensenslachting die als eerste ook de naam ‘wereldoorlog kreeg. Een opmerkelijk boek in deze reeks publicaties – ondertussen al aan zijn tweede druk toe na een eerste verschijnen in 2008 – is dit van Jacques Bauwens, een gepensioneerd leraar geschiedenis uit de Westhoek, dat bij het Davidsfonds werd uitgegeven onder de titel ‘De IJzer. Het ultieme front‘.

In woord en beeld brengt het het fascinerende verslag van vier lange oorlogsjaren in de streek tussen Nieuwpoort, Diksmuide en De Panne, vanaf de Slag aan de IJzer in oktober 1914 tot aan het Bevrijdingsoffensief in oktober 1918.
Puttend uit zijn rijke documentatie, verzameld gedurende meer dan dertig jaar, gunt de auteur zijn lezers een unieke blik op het leven achter de frontlinie. Regelmatig laat hij ooggetuigen aan het woord, onder wie niet de minsten zoals prof. dr. Frans Daels, Jozef Gesquière, Maria Belpaire, Erich Maria Remarque e.a.
Uitgebreid wordt uit de doeken gedaan hoe het Belgische leger erin slaagde de Duitsers een week lang op te houden, (met daarbij schitterende portretten van Karel Cogge, toezichter van de Noordwatering in Veurne en van Hendrik Geeraert, een Nieuwpoortse schipper die beiden, elk op hun eigen manier, een absoluut onvervangbare bijdrage leverden tot de blijvende inundatie van de IJzervlakte), hoe de gewonden werden verzorgd in de hospitalen van het leger en van het Rode Kruis (de belangrijkste rol daarbij van dr. Depage), welke de beroemdste en de beruchtste loopgraven waren (de Dodengang in Kaaskerke spande de kroon), in welke omstandigheden de koninklijke familie verbleef in De Panne enzovoort…

Bauwens rekent in een apart hoofdstuk ook af met een aantal hardnekkige legenden die aan de IJzer ontstonden maar slechts gedeeltelijk op feiten berusten. Een antwoord op de vraag hoe het mogelijk was dat de Duitsers zich lieten verrassen door de onderwaterzetting van het frontgebied – de geschiedenis van deze streek staat bol van soortgelijke inundaties en overstromingen – heeft deze auteur echter ook niet al spreekt de mogelijkheid dat de Duitse bevelhebber zich liet misleiden door Belgische kadasterkaarten die een nulpunt hebben dat bijna twee en een halve meter lager ligt dan op Duitse kaarten, hem wel aan.

Schrijnend is de vaststelling dat stadjes zoals Diksmuide voor het leeuwendeel verwoest werden door Belgische en Franse artillerie weliswaar nadat de Duitsers er al flink wat vernielingen hadden aangericht.
Het tekstgedeelte van het boek wordt regelmatig onderbroken door ‘beeldverhalen’ met prachtige foto’s en tekeningen van het frontgebied. Duidelijk zijn de kaarten die de posities van de strijdende partijen weergeven.

De IJzer. Het ultieme front
is een boek dat moet verhinderen dat ‘Den Grooten Oorlogbij de jongeren in de vergetelheid geraakt nu er geen ‘oud-strijders’ van dit drama meer zijn.

Jacques Bauwens, “De IJzer. Het ultieme front”, Uitg. Davidsfonds, Leuven, 2008, 256 blz., ISBN 978 90 583 6526 5.
Luc Van den Weygaert