Het is december, dus de jaaroverzichten komen eraan. Nieuwsmedia en BV’s gaan ons weldra verblijden met wat hen is bijgebleven uit 2017. Er is nog een maand te gaan, maar voor mij staat het belangrijkste nieuwsfeit reeds vast. Als u het niet zou opgepikt hebben uit de eerder karige berichtgeving : vorige week maakte het Pew Research Center de resultaten bekend van een uitgebreide studie over de te verwachten aanwas van de islamitische aanwezigheid in Europa.

Pew berekende dat tegen 2050 de moslimbevolking in Europa meer dan zal verdubbelen. Dat is dan nog een voorzichtige schatting. Bij aanhoudende migratie, zoals gekend tijdens de laatste jaren, stevenen we zelfs af op een verdriedubbeling. De immigratie van niet-islamitische allochtonen werd niet in de studie opgenomen. Vele experten verwachten in de toekomst immers een zeer zware immigratiedruk vanuit zwart Afrika.

Niet of, wel wanneer

Momenteel telt Europa al 5 procent moslims. Maar dat cijfer is kunstmatig laag, omdat in die berekening de vrijwel moslimvrije landen van Midden-Europa (voormalig Oostblok) worden meegerekend. In de kernlanden van de EU (Benelux, Frankrijk, Duitsland) zitten we al ruim boven 7 procent. België bekleedt, met 7,6 procent, een twijfelachtige derde plaats in de rangschikking van moslimrijke landen (na Frankrijk en Zweden). Een bronzen medaille voor ons opengrenzenbeleid, dus.

Volgens de studie van Pew mogen we verwachten dat deze aanwezigheden op drieëndertig jaar zullen verdubbelen. Minstens. Voor België betekent dit dat we in 2050 in het gezelschap van 15 à 22 procent moslims zullen verkeren. In absolute cijfers : tussen twee en drie miljoen. Dat is de bevolking van twee gemiddelde Vlaamse provincies.

Pew is een Amerikaanse onderzoeksinstelling met een uitstekende internationale reputatie. We mogen ervan uitgaan dat ze met hun alarmerende studie niet over één nacht ijs zijn gegaan. Andere onderzoeken zien de toekomst nog islamitischer in. De Franse topeconoom Charles Gave berekende twee maanden geleden dat in zijn land de moslims binnen veertig jaar de meerderheid zullen verwerven. De cijfers van Gave werden door sommigen betwist. Maar in de disputen werd vooral het tijdstip in twijfel getrokken, niet het eindresultaat.

Het is niet meer een kwestie van “of”, wel van “wanneer”. Want, ook indien men de situatie na drieëndertig jaar nog beheersbaar acht : wat komt er na 2050 ? Zelfs de meest optimistische voorspellingen weten ons lang voor het einde van de eeuw een minderheid in eigen land.

Verboden te tellen

Inzake klimaat is het voluntarisme zo groot dat op basis van twijfelachtige studies draconische plannen worden uitgevoerd die pas in 2100 in een futiele vermindering van 0,05° kunnen uitmonden. Maar inzake de islamisering roept men ons zelfs op om niet te zwaar te tillen aan de voorspelde effecten in 2050. En om ons vast te klampen aan optimistische scenario’s die in de feiten geen enkele staving vinden.

Demograaf Patrick Deboosere sust ons in Het Belang van Limburg : “In een periode van 30 jaar kan er nog veel veranderen. De fertiliteit onder moslims kan afnemen.” Le Soir geeft ons de gelukzalige onzin van ULB-prof Corine Torrekens mee : “Het is niet onmogelijk dat de jonge generaties terugkeren naar Tunesië, Marokko, Egypte en Turkije, om daar de economische kansen te gaan grijpen.” De “wetenschapster” laat daarna in haar politieke kaarten kijken : “Waarom is dat tellen ook nodig ? Tenzij om de hersenschimmen over de islamisering te voeden ?” Dat is wat ideologie aanricht met wetenschappers : ze zijn al in staat om “tellen” als een vies woord uit te spreken.

De commentaren van linkse academici waren uiteraard voorspelbaar. Maar waarom komen er zo weinig reacties van de andere segmenten van de samenleving ? Denkt men dat de cijfers niet echt zijn ? Of dat er zich plots wonderbaarlijke politieke of maatschappelijke evoluties zullen voordoen die de trend zullen ombuigen ? Of ligt 2050 te ver in de toekomst om ons druk te maken ? Of is het overleven van onze volkeren en culturen gewoon geen prioriteit meer ? Waarschijnlijk spelen al die redenen, bij verschillende mensen in verschillende mate.

De grootste vijanden in deze kwestie zijn geleidelijkheid en hoop. De geleidelijkheid die ons toelaat om moedige stellingnames te vermijden en politieke beslissingen uit te stellen : de kikker die langzaam wordt gekookt, waar ik in een vorig artikel naar verwees. En dan is er ook de vage hoop die ons laat veronderstellen dat het allemaal wel goed komt, terwijl alle feiten in de andere richting wijzen. Elke nieuwe generatie jonge moslims zorgt voor meer problemen en staat vijandiger tegen haar gastsamenleving dan de vorige. Er is ook geen merkbare ontkerkelijking, zodat de illusie dat de islam dezelfde evolutie als het christendom doormaakt, ook mag opgeborgen worden. En er ontwikkelt zich al helemaal geen Europese islam, zoals die verschijnt in de dromen van Geert Bourgeois.

De taal is niet gans het volk

De Vlaamse Beweging mag ook stilaan wakker worden. Ze treuren daar nog steeds over het terrein dat verloren ging tijdens twee eeuwen België, maar halen de schouders op bij het zeer realistische vooruitzicht dat Vlaanderen in de komende eeuw volledig verloren gaat.

Als er een trend zou zijn naar een verdriedubbeling van de Franstalige bevolking in de Brusselse Rand in de komende decennia, zouden we ons mogen verwachten aan memoranda van het Davidsfonds, het OVV en de VVB. Maar een betrouwbare schatting van een gelijkaardige stijging van het aantal islamieten over heel Vlaanderen lokt in die kringen geen beweging uit. Hoopt men dat de nieuwelingen het Nederlands zullen omarmen ? En, indien dat al zou lukken, dat de taal echt gans het volk is, zoals Prudens van Duyse ons in een romantische dichtregel voorhield ?

Hoewel het eindresultaat van de voortschrijdende islamisering voor de achterban onaanvaardbaar is, slaagt ook de N-VA niet in het formuleren van een standpunt over het gegeven. De partij doet wel aan symptoombestrijding (verbod onverdoofd slachten, controle moskeeën, ban op de boerkini, uitwijzing radicale imams…), maar liefst zonder de islamisering zelf als een probleem te benoemen. Daarmee hoopt ze de kool en de geit te sparen : de stemmen én de politieke respectabiliteit. Maar die evenwichtskunsten blijven niet eeuwig lukken.

De vreemde dood van Vlaanderen

Ik moet iedereen het boek The Strange Death of Europe (de vreemde dood van Europa) aanraden, dat in mei dit jaar verscheen. Douglas Murray (*) beschrijft daarin, op intelligente en doordringende wijze, hoe het neurotische schuldgevoel over racisme en kolonialisme de Europese elites verhindert nog de gevolgen te zien van de vernietigende immigratiepolitiek, of een beleid te voeren dat hun eigen volkeren van de ondergang kan redden. Wacht misschien tot na de feestdagen, want je wordt er niet vrolijk van.

“Een volk zal nooit vergaan”, luidt een regel van de tweede strofe van ons volkslied. De geschiedenisboeken staat echter vol volkeren die wel zijn vergaan, meestal ten gevolge van oorlog en onderwerping. Wij lijken eerder voor zelfmoord te kiezen.

 

Jurgen Ceder

in

(*) uitgeverij Bloomsbury (London); te koop via Bol.com, aan de prijs van 18,99 euro.

Foto’s © Gazet van Hove.