www.doorbraak.be – door Harry De Paepe .

‘Meneer ? Wilt ge mijn samenvatting voor het examen al eens nakijken ?’ De leerlingen staan aan mijn vaklokaal te wachten. In twee rijen noemen ze het. Ik noem het een wirwar onwennige pubers. ‘Zeker, Youssef. Kom op het einde van de les bij mij. We overlopen het dan eens.’

De leraar heeft ongelijk

De teneur was iets van : ‘hij zegt dat hij niet spiekte dus heeft hij dat niet gedaan !’

Rustig wandelen ze de klas binnen. Ik merk aan Stef dat hij wat onwennig is. Vorige week woensdag betrapte ik hem op spieken tijdens een toets, waarop ik zijn toets afnam. Toen ik thuis mijn computer aanschakelde, zat er een mailtje van Stefs moeder in de inbox. De teneur was iets van : ‘hij zegt dat hij niet spiekte dus heeft hij dat niet gedaan !’ Ik antwoordde vriendelijk terug dat ik – in tegenstelling tot mevrouw – aanwezig was in de les en het zag gebeuren en het spiekbriefje zelfs nog in mijn bezit heb. Het briefje niette ik aan zijn toets. Er kwam geen reactie terug. Stef geeft me geen extra boodschap of iets dergelijks dus vermoed ik dat die kous af is.

Atheneum Lier

Sparta en Athene… en zo veel meer

Thomas komt inmiddels binnen gestrompeld in de klas met een schoollaptop. Hij is altijd wat later.

Hanna zit nog wat te rommelen in haar boekentas. Het kind is zeer slechtziend en alle lichten moeten aan zodat ze de les kan volgen op het Smartboard. Elke toets wordt voor haar persoonlijk op A3-formaat afgedrukt. Zayneb zit achter Hanna. Alleen. Het meisje is nog maar enkele jaren in ons land. Ze is heel pienter en spreekt al heel goed Nederlands. Maar om bepaalde redenen houdt ze zich afzijdig van de klasgroep en elke vorm van groepswerk. Wanneer ik het geplande duowerkje start – over de politieke structuren in Sparta en Athene – houd ik daar rekening mee. Thomas komt inmiddels binnen gestrompeld in de klas met een schoollaptop. Hij is altijd wat later. Zijn handschrift is dermate onleesbaar – omwille van motorische problemen – dat hij alles typt. De jongen moet altijd maar weer dat toestel bovenhalen en opruimen. Ik knik en hij weet wat hij moet doen.

Jason steekt intussen zijn vinger in de lucht : ‘Waarom staat die meneer in zijn blote piemel ?’

Ik ontferm me even over Jules. Deze leerling heeft een bepaalde vorm van autisme en heeft dan ook moeite met bepaalde vraagstellingen. Hij werkt samen met Paulien, een slim en opgewekt kind. Ik peil of hij elke opdracht goed begrijpt en Paulien is – zoals steeds – bereid hem enkele dingen uit te leggen. Jason steekt intussen zijn vinger in de lucht : ‘Waarom staat die meneer in zijn blote piemel ?’ Hij wijst op een Griekse vaasafbeelding op het werkblad. De klas lacht. Jason speelt graag de clown. ‘Dat was de Atheense versie van de airco, Jason.’ Zo, hij heeft even aandacht gekregen.

Atheneum Mortsel

De taalmuur

Esra begrijpt een bepaalde oefening niet. Haar Nederlands is zwak en dat belemmert haar onder meer voor een vak als geschiedenis. Ik probeer haar te helpen. ‘Wantrouwen. Weet je wat vertrouwen betekent ?’ ‘Ja. Dat je iemand…ja…vertrouwt. Dat je die gemakkelijk gelooft.’ ‘Goed. Nu vraagt men waarom je de schrijver van deze tekst moet wantrouwen. Dus eigenlijk niet mag vertrouwen.’ ‘Ah. Wantrouwen betekent het omgekeerde van vertrouwen ?’ ‘Voilà!’ Ze duidt het woordje met een fluostift aan en schrijft erbij ‘niet vertrouwen’.

Een lesuur – je weet wel, een uur van vijftig minuten – is snel voorbij. De klas stommelt alles bij elkaar. ‘Zeg, Stef.’ Hij wordt rood. ‘Lukte het met die oefening ?’ ‘Ja, meneer.’ ‘Da’s goed, jongen.’ Youssef toont me zijn samenvatting. Het is slordig geschreven, maar redelijk goed. Alleen bij een bepaalde les heeft hij het helemaal fout voor. ‘Dit is eigenlijk niet wat ik vraag, jongen.’ Ik omcirkel een hoop woordjes. ‘Kijk nog eens goed naar het kadertje kennen en kunnen bij die les. Daar staan duidelijk de hoofdzaken vermeld.’ De jongen is zo onzeker dat hij telkens te veel wil leren. En dat is vaak in zijn nadeel. ‘Mag ik u dat dan volgende les nog eens tonen ?’ Eigenlijk weet hij vanzelf dat het mag. Thomas is erin gelukt zijn laptop op te bergen en hij holt achter zijn klasgenoten aan.

De waaiende wind

Je kunt je niet inbeelden welke heibel het verzoek om een jas aan de kapstok op te hangen kan veroorzaken.

De volgende klasgroep staat al klaar in de gang. Ik zie Rachid door het raam piepen, terwijl ik wat banken recht schuif. Hij maakt graag geluidjes en is wat hyperactief. ‘Rachid ! Kom eens. Wil jij al die woordenboeken al verdelen in de klas ?’ ‘Ja, meneer !’ Brandon staat weer ijdel door zijn haar te wrijven. De zelfbewuste kerel spreekt met een zwaar Frans accent. ‘Hoe is ’t met je lief, Brandon ?’ ‘Goed, meneer.’ Bij de start van het schooljaar had ik even een conflict met hem. Het ging werkelijk om niets. Je kunt je niet inbeelden welke heibel het verzoek om een jas aan de kapstok op te hangen kan veroorzaken. ‘Oké, ga rustig de klas binnen. Zoë niet zo schateren. Bedankt meisje !’ Pubers…

Ik kijk even door het raam naar buiten. Het stormt. Iedereen produceert maar wat wind over het onderwijs. Maar in de klas zelf. Daar ploegt de leraar met vallen en opstaan voort. Hopend op een goede oogst.

De namen van de leerlingen zijn willekeurig gekozen. Ze blijven anoniem uit respect voor hen.

De auteur is leraar geschiedenis in de A-stroom. Hij doet dat met veel liefde, overtuiging en goede moed.

tentoonstelling WOI, Regina Pacis Hove

Foto’s (c) Gazet van Hove.