Om de (hoge) kosten van de verwarming draaglijker te maken, kan je onder bepaalde voorwaarden een verwarmingstoelage van maximaal 210 EUR krijgen. Voor in kleine hoeveelheden aan de pomp aangekochte verwarmingspetroleum is er een forfaitaire toelage van 210 EUR.

Over welke brandstof gaat het ?

Het gaat om de factuur die werd betaald voor stookolie (mazout), verwarmingspetroleum of bulkpropaangas. Let op : deze tussenkomst geldt niet voor aardgas via aansluiting op het distributienet of propaan- of butaangas in flessen.

Wie kan een beroep doen op deze financiële tussenkomst ?

Categorie 1 : personen met recht op verhoogde verzekeringstegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (RVV-statuut) en een inkomen dat lager is dan de voor categorie 2 vastgestelde bedragen. Categorie 2 : personen met een jaarlijks bruto belastbaar gezinsinkomen lager dan 18,363,39 EUR, verhoogd met 3.399,56 EUR per persoon ten laste.

Categorie 3 : personen met schuldoverlast : personen met een schuldbemiddeling in het kader van de wet op het consumentenkrediet of een collectieve schuldenregeling en die de verwarmingsfactuur niet kunnen betalen.

Hoe vraag je de toelage aan ?

Als je denkt recht te hebben op een verwarmingstoelage contacteer je de sociale dienst van het OCMW en dit binnen de 60 dagen na levering. Daar kan je de premie aanvragen. Neem zeker mee : je identiteitskaart, de leveringsfactuur van de brandstof, indien je in een appartementsgebouw woont een attest van de eigenaar of beheerder met vermelding van het aantal appartementen waarop de leveringsfactuur betrekking heeft, categorie 1 en 2 : het bewijs van het gezinsinkomen (het meest recente aanslagbiljet, de meest recente loonfiche, het meest recente attest van je sociale uitkering), categorie 3 : een kopie van de beschikking van toelaatbaarheid of een attest van de schuldbemiddelaar.

Foto’s (c) Gazet van Hove.