Door Pieter Van Berkelwww.sceptr.net .

Burgemeester van Vilvoorde Hans Bonte (sp.a) ging vier Vilvoordse Syriëstrijders in de gevangenis bezoeken. Hij maakt zich sindsdien ernstige zorgen. “Ik hou mijn hart vast als ze weer ­vrijkomen”, vertelt hij aan het Nieuwsblad.

De burgemeester heeft vier van de zeven Vilvoordse Syriëstrijders bezocht die in een Belgische gevangenis verblijven. De rest van de in totaal 28 jihadi’s die de afgelopen jaren uit Vilvoorde zijn vertrokken zijn gesneuveld. Bonte is niet te spreken over de toestand in de Belgische gevangenissen, tevens is hij bezorgd over de aanpak van de Syriëstrijders. “Het gezegde luidt : de kwaliteit van je samenleving kan je afmeten aan de manier waarop ze met haar gedetineerden omgaat. Als dat klopt, dan leven we in een derdewereldland”, aldus Bonte.

Rol van drugs

Bonte vreest dat veel van Syriëstrijders die in de cel verblijven er slechter uit zullen komen dan dat ze zijn binnengekomen. Bonte : “Ik vrees dat zij niet sterker uit de gevangenis gaan komen. Niet dat ze opnieuw naar Syrië gaan trekken, wel dat ze opnieuw in het criminele milieu gaan ­belanden.”

“Veel van de Syriëstrijders hadden voordien al drugsproblemen, en in de gevangenis wordt dat alleen maar versterkt. Drugshandel is er alomtegenwoordig. Dat lijkt me niet echt een stap in de richting van een beter leven”, verduidelijkt Bonte. “Tel daarbij dat een job in de gevangenis nauwelijks geld opbrengt, en je zit met jonge gasten die in de verleiding komen om weer in de criminaliteit te belanden. Dan is de stap snel gezet om als simpel drugsrunnertje weer 4.000 euro per maand te gaan ver­dienen.”

Deradicalisering

De burgemeester van Vilvoorde maakt zich ook zorgen over de deradicalisering. Zo zijn er in Hasselt en Ittre aparte deradicaliseringsvleugels. Maar het is voor hem zeer onduidelijk welke criteria er gebruikt worden om te bepalen wie in zo’n deradicaliseringsvleugel thuishoort. Bonte : “Er zou toch ergens een leidraad moeten zijn. In het begin zat er nauwelijks iemand in die twee vleugels, en sinds daarover een parlementaire vraag is gesteld, zitten ze vol. Dat lijkt me ook niet echt het juiste criterium.”

Volgens Bonte zijn er ook zoveel diensten die zich met de zaken zouden moeten bezighouden dat zij elkaar voor de voeten lopen. Ook is er volgens hem een communautair probleem : “Daarnaast zijn er diensten van de Vlaamse en Franse ­Gemeenschap. Zij zijn bezig met de deradicaliseringsprogramma’s, maar de twee gemeenschappen hebben elk een eigen aanpak, vanuit een compleet tegengestelde visie.”

“En dan zijn er nog de aalmoezeniers en de imams, die ook ondersteuning geven. Op den duur weten gedetineerden niet meer bij wie ze waarvoor terechtkunnen”, aldus Bonte.

“Veel vragen”

Bonte lijkt er op het einde van het gesprek niet wijzer door geworden te zijn. Hij blijft vooral met een heleboel vragen zitten. “Hoe moet ik die mensen opvolgen wanneer ze na hun gevangenisstraf weer vrijkomen? Mogen zij bijvoorbeeld alle jobs doen, of zijn ze uitgesloten van bepaalde beroepen?”

“En hoe zit het met de veiligheid ? Niet alleen als ze weer in de criminaliteit belanden, maar ook de beveiliging van die Syriëstrijders zelf. Eén van hen is in de ­gevangenis al eens stevig in elkaar getimmerd. Ik kan me voorstellen dat dit ook in de vrije wereld kan gebeuren. Het zijn allemaal vragen waarop een taboe lijkt te ­rusten. Het is nochtans ­belangrijk voor ­ieders ­veiligheid”, klinkt het.

Pieter Van Berkel

Pieter Van Berkel (°1990, Genk) is student geschiedenis aan de Universiteit van Antwerpen. Zijn sterktes zijn internationale politiek, wereldreligies, geschiedenis en maatschappelijke ontwikkeling. Doet tevens aan fotografie.