Met meertaligheid wordt meestal bedoeld dat een persoon zich in verschillende omstandigheden vloeiend van meer dan één taal kan bedienen. Dit is in Europa, waar de grenzen steeds meer vervagen, nog steeds een verre wensdroom.

Hoewel er nog grote groepen mensen zijn die slechts één taal spreken, zoals Amerikanen, Britten en Chinezen, zou twee- of meertaligheid in toenemende mate meer regel dan uitzondering moeten zijn. Maar is dit ook zo ? In alle bijna alle Europese landen wordt er (veel) aandacht besteed aan het leren van één of meerdere vreemde talen.
In veel ontwikkelingslanden is de thuistaal een plaatselijke taal die verschilt van de officiële bestuurstaal, bijvoorbeeld Engels, Frans of Spaans, meestal de taal van de voormalige kolonisator.
In andere gevallen is de thuistaal een dialect dat aanzienlijk van de standaardtaal kan verschillen. Het kan ook een taal zijn van een nationale minderheid (Bretoens, Baskisch, Corsikaans, Welsh, Fries, enz), die al dan niet de nodige ontwikkelingskansen krijgt van de dominante (taal)groep.
Ook in taalgrens- en taalgemengde gebieden (Brussel, Freiburg (CH), Bozen (I) ) is tweetaligheid bijna vanzelfsprekend en door verhoogde mobiliteit komen steeds meer mensen in een tweetalige omgeving terecht, bijvoorbeeld door taalgemengde huwelijken.

Maar ondanks alle inspanningen van nationale en internationale organismen om twee- en meertaligheid te bevorderen, is ééntaligheid bij een groot aantal mensen, ook in de westerse ontwikkelde wereld, nog steeds meer norm dan uitzondering.


Lees maar volgende bijdragen.

* Slechts 17 procent van Walen tweetalig

Slechts 17 procent van de Walen is tweetalig en slechts 7 procent drietalig. 57 procent van de Walen (dus niet de Franstalige Brusselaars) spreekt enkel Frans, aldus een onderzoek van ULB-professor-emeritus Victor Ginsburgh en een Amerikaanse universiteit.

Het onderzoek geeft aan dat de Walen jonger dan 40 jaar een even gebrekkige talenkennis hebben als de ouderen. De kennis van het Nederlands is in het zuiden van het land even slecht als de kennis van het Engels. (belga)

10/06/2006 – Het Laatste Nieuws

* Talenkennis Walen

12.06.2006 – De Franstalige versie van Metro had er alvast geen plaats voor, in de Nederlandse versie verscheen een piepklein bericht. We hebben het over de resultaten van een onderzoek van de ULB-professor emeritus Victor Ginsburgh en de Amerikaanse Methodist University, die in de andere Nederlandstalige kranten voor enige ophef hebben gezorgd. “De trend is duidelijk. Wallonië blijft mijlenver achterop op het vlak van talenkennis. De overheid wil ondertussen de gebrekkige talenkennis van Franstalig België aanpakken”, meldt De Morgen (12.06.2006).

De resultaten zijn in elk geval een klinkende bevestiging van een aantal clichés. 57% van Walen spreekt maar één taal, het Frans. Walen jonger dan 40 jaar hebben een even gebrekkige kennis van het Nederlands, het Engels en het Duits als de ouderen. Derde vaststelling: de kennis van het Nederlands is in het zuiden al even slecht als de kennis van het Engels.

De Vlamingen zijn, in de groep van de –40 jarigen, slechts voor 12% eentalig, bij de Franstaligen is dat nog altijd 51%. Slechts 10% van de Walen is drietalig, terwijl dat bij 59% van de Vlamingen het geval is. Tenslotte spreekt 40% van alle Vlamingen Nederlands, Frans en Engels, terwijl dat bij de Walen maar voor 7% het geval is.

Gazet van Antwerpen (12.06.2006) wijst in dit verband op de onthutsende illustratie hiervan door de PS-senator Jean-Marie Happart die als bestuurder van het circuit van Francorchamps toegaf dat hij een omstreden contract met Ecclestone had getekend, zonder dat hij de tekst had gelezen, omdat het in het Engels was.

Massa’s Vlamingen emigreerden om den brode
naar Wallonië en pasten zich er aan