RANST

Al vier jaar op rij wordt ‘1 dag niet’ georganiseerd. De FOD Binnenlandse Zaken, Federale Politie, provincies, politiezones, gemeenten en burgers verenigen zich tijdens deze nationale dag tegen woninginbraken. Sophie Van Ostaeyen, attaché preventie :

‘De 1dag niet’-campagne was in 2016 met niet minder dan 677 initiatieven in ons land een echt succes, dat is namelijk een absolute toename in vergelijking met de vorige edities. Bedoeling is om burgers, buren, ondernemers, scholen, verenigingen,… te laten nadenken over wat zij zelf kunnen doen om hun huis, straat of buurt veilig te houden. Dat kan gaan van het bijwonen van een infoavond rond diefstalpreventie tot het opstarten van een Facebookpagina met allerlei tips voor je eigen straat of een veiligheidswandeling in de wijk. Op de website www.1dagniet.be kan iedereen zijn eigen initiatief posten en staan tal van preventietips en originele ideeën van andere initiatiefnemers.’ ‘1 dag niet’ vindt in het najaar plaats omdat er vanaf dan een verhoogd risico op woninginbraken is. ‘Het doel van de campagne is de waakzaamheid aan te wakkeren en te laten zien dat je een woning met eenvoudige en goedkope maatregelen al heel wat veiliger maakt.’ Als ze bij je willen binnen zitten, doen ze dat toch : klopt dat ? Volgens Van Ostaeyen staat het vast dat de politie het niet alleen kan opnemen tegen woninginbraken. Burgers moeten er ook zelf iets aan doen. Op de website www.1dagniet.be vind je tal van tips om je woning beter te beveiligen. ‘Je kunt zelf heel het jaar door van je politiezone gratis anti-inbraak advies krijgen, zelfs bij je thuis. Vaak blijkt dat achterdeuren niet gesloten zijn en dat mensen sleutels verstoppen op voorspelbare plaatsen. Toch moet je weten dat er een aantal factoren meespelen in de inbraakcijfers. Zo was er tussen 2012 en 2015 een sterke daling van de goudprijs (juwelen). Criminaliteit verschuift ook steeds meer richting cybercrime. Inbrekers zitten dan niet meer fysiek in je huis, maar breken in je privéleven in via je computer.’

logo_politie
Ivo Schoeters van politiezone Rupel : ‘Een huis vol domotica kan voor slimme inbrekers een droom zijn : via je koelkast kunnen ze eventueel je huis hacken en je elektrische garagepoort openen. Ook met domotica moet je verstandig omgaan, zodat het je net helpt om je huis beter te beveiligen. Je moet op voorhand aan beveiliging denken en niet wachten tot een inbreker of een hacker binnendringt. Als je bouwt of verbouwt kun je meestal tegen een geringe meer-kost je woning veiliger maken door er goed over na te denken. Dat is het moment om advies in te winnen bij je plaatselijke politiezone.’

Ook voor nazorg moet er meer aandacht zijn. Van Ostaeyen : ‘Het doet iets met een mens als een inbreker in je huis heeft rondgelopen. Na een woninginbraak kun je een tijd last hebben van slapeloosheid en concentratieproblemen. De meeste klachten verdwijnen na een aantal weken of maanden weer, maar er treden door de woninginbraak wel gedragsveranderingen op, zoals meer alert zijn in onder andere het sluiten van deuren. Onderzoek wijst uit dat meer dan de helft van de slachtoffers zich onveilig, angstig, nerveus of boos voelt, zich soms zelf schaamt of zichzelf de schuld geeft van de inbraak. Soms verandert het je mensbeeld echt, zeker als je jong bent. Zo deden Greenberg en Ruback in 1992 een onderzoek naar de gevolgen van inbraak bij studenten. Vijf maanden na de inbraak gaf 81 procent aan zich nog steeds zorgen te maken over wat er was gebeurd, vond ongeveer de helft dat het leven onzekerder was geworden en gaven ze aan minder vertrouwen te hebben in andere mensen.’

(EM)

Radio Frekwent FM 105.1 – de vrije radio van de Antwerpse Zuidrand.

Foto’s (c) Reporters.