Voor het nageslacht – WILMO

De echte Sint 

Opgelet : niet geschikt voor kinderen

P1030217

Sinterklaas. De Sint, Goedheiligman, Sint Niklaas……

Er was er ooit maar één echte in Vlaanderen en dat was mijn vader zaliger.

Het begon allemaal als een grap, na enig erg ruim vertier aan de toog van de “familiekring” = Parochiehuis in Antwerpen-Kiel. “Zeg Stan joeng, gij zoudt toch een ferme Klaas zijn…” En de Stan kon geen neen zeggen……

Maar dan ineens begon de ultieme datum te naderen. Het bezoek van de Sint werd inmiddels al toegezegd aan zo’n 30 KWB gezinnen. Een zaterdag, vooraan december 1950 (of daar omtrent). Maar de heilige man moest nog verlof regelen. Niet zo simpel want die dag had hij een inspectieopdracht en niemand van de collega’s die gaarne op een zaterdag wou.

Hoe doen we dat met “de kleren” ? Je kon deze heilige niet zo maar in één of andere outfit laten rondlopen.  Daarbovenop kwam nog het probleem van de verplaatsing. Het was ondenkbaar om een super-heilige te voet op pad te sturen.

Dat betaamde niet. Een koets was meest aangewezen maar niet echt haalbaar bij een zulk danig mini- projectje. Dan maar op zoek naar een uit de kluiten gewassen sjieke wagen. Eén van de clubleden kende iemand die dan weer bekend was met de eigenaar van een garage-werkplaats …. en die gast beschikte over een Amerikaanse “slee”.

Een zwart , blinkend , stalen gevaarte. En, mirakel, ze mochten die bak lenen. De Leon, een medelid, kon blijkbaar overweg met zulke gevaartes en stelde zich kandidaat als chauffeur. Al bij al een raar gezicht want Leon was nogal klein van stuk . Het gaf dan ook vaak een bovenaards effect( in deze situatie natuurlijk niet slecht) om een limousine voorbij te zien zweven zonder bestuurder. Een soort “verhuur zonder chauffeur” avant la lettre.

Uiteindelijk begonnen de puzzelstukjes in mekaar te vallen en moest er alleen nog voor een Klaas-Tenue gezorgd worden. Een paar spulletjes konden we uiteindelijk van de pastoor in bruikleen krijgen maar vermits we geen Kardinaal in de vriendenkring hadden, werden hoed, mijter en mantel door ons vader gehuurd. Het bedrag stond zowat gelijk met een maand niet naar de familiekring kunnen gaan. De man had er wat voor over.

Het klaaspak werd dan afgemaakt met mooie witte handschoenen van tante Joske. Die had de grootste pollen van alle tantes. Finaal werd er dan nog een vrijwilliger-assistent aangewezen. Die werd ingesmeerd met zwarte schoenblink, een muts opgezet, zwarte handschoenen aan en klaar was.

P1040134

Mijn vader zijn eerste Sint optreden was zó in de smaak gevallen bij de goegemeente dat er zich een schare van verenigingen aandiende om van de enige, echte, Klaas zijn diensten gebruik te kunnen maken. De vergoedingen liepen wat uiteen. Van een sigaar tot een pintje en borrels … Nu gelukkig voor hem werd het hele Sint Niklaas gebeuren toen nog gecentreerd rond de 6de december. En was het een kwestie van enkele “kwade” dagen. Vooral gezien de aard van de “betalingen” was zoiets niet echt langer doenbaar dan voor enkele dagen.

In die tijd heeft mijn Vader-Klaas zelfs opgetreden als officiële Sint voor De Nopri. Toen een modern “magazijn” gelegen net naast mijn school.

De ochtend van de 5de zegt mijn mama nog : “Wimmeke recht naar huis komen en zeker niet naar de Sint in de Nopri gaan he !” ; “Nee hoor mama ik kom direct naar huis”. Wat konden nu die 5 minuutjes maken. Niemand komt dat te weten en het scheelt mij toch weer een ‘knipper-kikker’ en snoepjes.

NB : ooit gekend zo’n knipperkikker ? Een zenuwen speeltje in de vorm van een kikkertje en als je er op drukte maakte dit een erg luid klik-klak geluid. De hele stad werd zot van die massa klik-klakkende snotneuzen.

Nu dezelfde avond werd het persoonlijk bezoek van de Sint, aan huis, aangekondigd . Want wij maakten natuurlijk ook deel uit van die fameuze KWB toer. De indrukwekkende gestalte van de Sint, ik vergeet het nooit, zegt me met een hemelse baritonstem : “dag jongen”. Uiteraard stamel ik : “ dag Sinterklaas”. En dan kwam de vraag :” ben je steeds braaf geweest en luister je goed naar mama en papa ?” Al iets stiller stamel ik : ”ja Sinterklaas”.

En toen werd ik er door de Sint ingeluisd want natuurlijk wist hij van ons gesprek in de Nopri. Wat er toen verder gebeurd is weet ik niet meer precies maar van toen af ben ik toch beter op mijn tellen gaan passen. Het was duidelijk dat ik hier met de enige echte te maken had en daar werd niet mee gesold.

P1040131

Mijn vader heeft in totaal zo’n 20 jaar de functie van de Zuiderse Kardinaal bekleed voor groot Antwerpen en kleine omgeving. Mijn moeder die kundig met naald en draad overweg kon , heeft hem een ‘definitief’ heilig maatpak gemaakt en een bevriend schrijnwerker heeft voor de staf gezorgd.

Toen, jaren later, plots de reguliere Piet niet meer mee kon, heb ik mijn vader gedurende enige seizoenen uit de nood geholpen. Toen is het mij pas duidelijk geworden hoe het er achter de schermen van de hemel aan toe ging. Het had in elk geval erg veel met alcohol te maken en veel minder met het sacrale.

Nog steeds met dezelfde prachtige zwartblinkende slee werden we rond twee uur naar de eerste kandidaat gevoerd. De goedheilige man las enige bestraffende en/of lovende berichten voor uit zijn heilig boek : Papiertjes met instructies die, snel in de hal, door de ouders in het boek werden gemoffeld.

Na de plichtplegingen mochten de kindjes hun geschenken aan een nader onderzoek onderwerpen en werd er gevraagd : “ Sinterklaas, zwarte Piet…..een pintje ? “

Op deze vraag bestonden er nogal wat varianten maar er werd nooit nee op gezegd. Eigenlijk kwam het erop neer dat er geschonken werd wat de mensen in huis hadden of wat ze kwijt wilden. Dat ging van Elixir d’Anvers, over trappist en Martini tot whisky en Cognac ….Ik moet er wel geen tekeningetje bij maken zeker. Zo’n 30 à 35 adressen later waren klaas en piet al iets minder elegant dan bij de start van de ronde. In die tijden werd er nog veel met de fiets gereden, blazen was enkel gekend in de harmonie en alcohol nuttigen was toen nog een sociaal aanvaarde afwijking.

P1030206

Eén keer heb ik het wel geriskeerd om een ‘koemeke koffe’ te vragen. Water in de fluitmoor, koffie in de koffiezak, een snuifje zout, een koffielepeltipje cacao. De moor fluit, na 12 minuten. Koffie doorschenken en 25 minuten, na mijn verzoek, hadden we dan koffie. Dat heeft me een serieuze berisping van de Sint opgeleverd en een serie vloeken van de chauffeur, die zijn schema in rook zag opgaan.

Toch bleven wij ernstig en maakten we aanspraak op het uiterste uit ons karakter om duidelijk te blijven articuleren en (zo) recht(mogelijk) te lopen. We waren toch nog steeds bij ons verstand. Want ik herinner me dat we in een nogal drukke straat een Ander Heilig Stel zagen naderen. We hebben ons dan onmiddellijk gebukt zodat geen van de kindjes op de straat twee sinten zouden zien. Zoiets konden we die mannekes niet aandoen. Het geheim van de Goedheilige Sint en zijn Moorke moest zo lang mogelijk, ongeschonden, bewaard blijven.

Vanaf mijn volgende publieke verschijning, heb ik meestal mijn drankjes, na een nipje, laten staan. Want ik wou het niet meer meemaken zoals na mijn eerste Klaastoer dat ik half wit – half zwart op een fuif ben verschenen. Het ontschminken was niet erg zorgvuldig gebeurd. Dat heeft me meer dan waarschijnlijk een avondflirt gekost.

Wim

P1030220
Wim Moonen

 

Foto’s © Gazet van Hove.