De opstandige burger moet zich niet zo verongelijkt voelen en zou beter een toontje lager blazen, dat is de boodschap van De Morgen.

door Chris Ceustermans – www.doorbaak.be .

Na een paar dagen van verstomming in de reguliere media omdat het ‘ondenkbare’ was gebeurd, de verkiezing van Trump, is de psychologische terreur tegen de ‘bange blanke man’ weer aangezwengeld : het ondermijnen van het vertrouwen van de burger in wat hij ziet en hoort en ten slotte in dat wat hij denkt.

Na de verkiezing van Trump waarbij kranten als De Morgen dubbelzinnige excuses publiceerden omdat ze blijkbaar zo vervreemd zijn van een groot deel van de bevolking dat ze zich zoals bij het Britse referendum over de brexit zelfs niet konden inbeelden dat die een andere democratische keuze konden maken, hervalt men al snel in de gebruikelijk modus van het culpabiliseren.

Media en journalistiek

In De Morgen worden afgelopen week oude krokodillen opgevoerd zoals Jos Geysels of Bob Cools die er niet voor terugschrikt om het kiezen voor Trump terug te brengen tot pure xenofobie. In zijn gebruikelijke rommelige hutsepot die moet doorgaan voor essay maar die vooral een samenraapsel is van intellectuele luiheid en vooringenomenheid probeerde ‘senior writer’ Joël De Ceulaer te bewijzen dat de ‘bange blanke man’ de norm is geworden waaraan alle politieke keuzes worden afgewogen. Met andere woorden : de opstandige burger moet zich niet zo verongelijkt voelen en zou beter een toontje lager zingen.

In de Sovjet-Unie van Stalin werden journalisten en schrijvers wier boeken en artikels mochten verschijnen en die lid waren van de schrijversbond ‘de ingenieurs van de menselijke ziel’ genoemd. Ze waren een van de bouwstenen van de politieke en intellectuele dictatuur omdat ze de bevolking moesten leren dat datgene wat ze dagelijks hoorden en zagen niet klopte. Ze schreven bibliotheken vol over de heerlijke nieuwe wereld van harmonieuze en welvarende kolchozen en over de gelukkige arbeider die zichzelf kon overtreffen door telkens weer door het plafond van de streefcijfers van de productie te doorbreken.

Schrijvers die trachtten de werkelijkheid te beschrijven zoals die was, zoals de poging van Isaak Babel om de realiteit in de kolchozen te beschrijven, verdwenen spoorloos samen met hun werk alsof ze nooit hadden bestaan. Ze werden gewist uit de geschiedenis. Fellow travelers, zoals de grote proletarische schrijver Gorki, die kritisch werden over Lenin of Trotski kregen van de partij het signaal dat ze ‘overgevoelig’ waren en dat het beter was dat ze het land verlieten om ergens ver weg te gaan ‘genezen’. Alles stond in functie van de maakbaarheid van de samenleven en het wenselijk mensbeeld van de arbeidersgemeenschap. Wat afweek werd als moreel en psychologisch ziek bestempeld.

radio Uylenspiegel
vrije media kennen minder censuur

Vanuit eenzelfde wenselijk mensbeeld – waaraan men zich vaak op een semi-religieuze wijze aan vastklampte als schaamlapje voor het eigen opportunisme – onderging de ‘bange, westerse man’ na de ontzuiling en de lange mars door de instellingen van de culturele marxisten en ‘gelijkheidsdenkers’ decennialang een gelijkaardige mentale ‘engineering’. Men probeerde zoals in de Sovjet-Unie eerst en vooral de koppige burger aan zijn eigen zintuigen te laten twijfelen. Zo werd er ingehamerd dat de toenemende criminaliteit bij ‘nieuwkomers’ vooral te maken had met het ‘subjectieve onveiligheidsgevoel’; een nauwelijks onderdrukt racisme.

Criminologen zoals Marion Van San, die cijfermatig aantoonde dat de misdaadprevalentie van onder meer Marokkanen verschillende malen hoger ligt dan die van autochtonen en sommige andere allochtone groepen, werden doodgezwegen. Mensen als Van San verdwenen stilletjes uit het Vlaamse maatschappelijke debat naar andere oorden waar er ietsje meer openheid bestond en waar ze niet finaal werden afgerekend op hun grote zonde : het beoordelingsvermogen van de bange blanke man niet mee ondermijnen maar dit net onderbouwen.

Belgische vlag WK

 

Net zoals in het geval van de schizofrene Belgische constructie zorgde de mentale engineering in de reguliere media voor totaal tegenstrijdige communicatie die mensen geestelijk uit hun evenwicht brengt, de zogenaamde double bind communication. In het geval van België kreet men zo graag dat we ’tous ensemble’ toch zo’n rijke en diverse gemeenschap zijn, terwijl in de realiteit de gelijkheid van de Belgen dagelijks wordt ondermijnd omdat de meeste Franstaligen hun opportunistische vrijheid om overal en altijd Frans te praten boven die gelijkheid van de Belgen plaatsen.

De psychologische terreur ging nog dieper dan louter de ontwrichting van de zintuigen en de ondermijning van het vertrouwen in de eigen zintuigen. Het meest funeste van de politiek correcte cultuur was dat men mensen trachtte af te leren om te oordelen. Want oordelen waren vaak gebaseerd op lelijke vooroordelen zo werd ons ingeprent. Dus opletten met het vellen van een oordeel. Dat kon beter worden opgeschort zodat we in de heerlijke schemerzone van de verdraagzaamheid naast elkaar konden vertoeven. Daarbij ging men voorbij aan het feit dat elke vooruitgang op maatschappelijk, intellectueel of emotioneel vlak gekoppeld is aan het kunnen oordelen en kiezen : een essentieel kenmerk van volwassenheid.

Die volwassenheid trachtte men uit de burger te masseren via een doorlopende psychologische druk (‘open uw ogen voor extreemrechts ze sluit’). De impliciete boodschap was echter : laat het oordelen beter aan anderen over die daarvoor beter bevoegd zijn. Uw oordelen zijn doordrongen van minderwaardige gevoelens en motieven.

Men kneedde een burger die vooral consument werd, een consument van voorgekauwde meningen en van alle mogelijk verdovingsmiddelen die een hoogtechnologische samenleving kan bieden. Angst maakt van burgers afhankelijke pubers. Een consument-kiezer die laveert tussen twijfel, zelfhaat en woede die maken dat men op figuren als Donald Trump stemt, vooral omdat die even boos is als zijzelf. Als de ‘bange, blanke man’ al bestaat, dan heeft de eenzijdige en militant politiek correcte media-elite die mee gecreëerd. Zolang men dit niet inziet, blijven diezelfde media mee verantwoordelijk voor het afglijden van de democratie tot een paar loopgraven vol schreeuwende figuren, met daartussen een kaal woestijnlandschap.

het omstreden boek ...
het omstreden boek …

Een verrassende nieuwigheid sinds de verkiezing van Trump is dat de islamcriticus Wim Van Rooy voor de eerste keer sinds het verschijnen van zijn boek Waarover men niet spreekt (2015) de kans kreeg om in De Morgen van 23 november zijn analyse over het falen van de integratie van de islam uiteen te zetten in een gesprek met Joël De Ceulaer. Men kan voor of tegen de keiharde analyse van Van Rooy zijn, maar niemand kan ontkennen dat hij ze met veel kennis van zaken onderbouwt. Van Rooys boek, dat in Vlaanderen niet kon worden uitgeven en na een defenestratie bij uitgeverij Pelckmans/Polis naar Nederland moest uitwijken, is intussen aan een vijfde druk toe. Dat bewijst dat er grote nood bestaat aan een ander geluid dan de eenzijdige ‘alles komt wel goed’-meningen die men bij de honderden in de zogenaamde ‘kwaliteitsmedia’ kon lezen. Is dit het begin van een nieuwe openheid in de media waarbij er eindelijk weer ruimte is voor een ruime bandbreedte van meningen of is het een eenmalige toegeving als window-dressing van het feit dat men vooral steeds dezelfde culpabiliserende stemmen à la Jos Geysels opdist ? De manier waarop het interview werd geframed doet vooral vrezen dat het om het tweede gaat.

Wat zeker is is dat er dringend openheid en een maatschappelijk debat nodig is dat weer durft uit te gaan van wat mensen zien en horen in de plaats van dat wat past in het ‘wenselijke mensbeeld’. Alleen op die manier kunnen we voorkomen dat steeds grotere groepen burgers geen enkel vertrouwen meer hebben in de reguliere media en politieke partijen, en verbitterd achter rancuneuze rattenvangers opmarcheren.

P1030847

 

Foto’s : © Gazet van Hove.