Raf Praet roept de Vlaamse Beweging op om terug te keren naar haar wortels : de Frontbeweging.

www.doorbraak.be .

De Vlaamse Beweging wordt binnen de sociaaldemocratische mainstream verafschuwd als een ‘rechtse’ beweging, als de tegenhanger van de sociaaldemocratie en diens onderliggende cultureel-Marxistische ideologie. Deze aversie is verbazingwekkend, gezien de republikeinse stroming van de Vlaamse Beweging compatibel schijnt met het egalitarisme in het socialisme. Niet zonder toeval zijn de meeste regionalistische bewegingen binnen en buiten Europa eerder aan de linkerkant van het politieke spectrum te vinden; denken we bijvoorbeeld aan de Scottish National Party in Schotland en de Marxistische PKK in Koerdistan. Deze intuïtieve aversie wordt meestal verklaard als een historisch gegroeid gegeven van Realpolitik; de ‘rechtse’ krachten scharen zich achter de Vlaamse Leeuw, de progressieve krachten daarom achter de Belgische driekleur. Deze realpolitieke benadering verklaart deze aversie slechts gedeeltelijk; achter deze intuïtieve aversie schuilt een diepere tegenstelling tussen het cultureel DNA van de Vlaamse Beweging enerzijds en de sociaaldemocratie anderzijds. Om achter de ware toedracht van deze tegenstelling te komen, moeten we daarom teruggaan tot de eerste wereldoorlog; het cruciale scharnier waarin de Vlaamse Beweging zich van een culturele naar een politieke beweging ontpopte.

Ook IJzerbedevaart op 11 november in Diksmuide
Ijzertoren in Diksmuide

De Vlaamse Beweging wordt door de sociaaldemocratie immers verafschuwd omwille van drie eigenschappen die deze beweging in haar cultureel DNA verenigde; 1) een verheffend moreel beschavingsideaal, 2) de fundering van dit ideaal in het christendom, 3) de expressie van dit ideaal in creatieve culturele vormen.

Deze drie eigenschappen vonden haar meest eloquente synthese in de Frontbeweging, een clandestiene Vlaamsgezinde beweging in de loopgraven van het IJzerfront.

1) Een verheffend moreel ideaal. Wij herinneren ons de Frontbeweging vandaag voornamelijk als een politieke beweging met een concreet politiek doel, namelijk de verzelfstandiging van Vlaanderen. Deze concrete politieke tak van de Frontbeweging was echter het – toevallige – resultaat van de laatste jaren van de wereldoorlog en de aanhoudende misstanden in het Belgische leger. Globaal gezien was elke flamingantische activiteit aan het front daarentegen geïnspireerd door een ideaal van morele verheffing. Studie- en leeskringen aan het front zetten zich, onder meer door de verspreiding van frontblaadjes, in tegen analfabetisme, alcoholmisbruik en de verloederde zeden aan het front en in de soldatenbordelen.

Foto IJzerbedevaartkomitee Diksmuide
Foto (c) IJzerbedevaartkomitee Diksmuide

2) De fundering van dit moreel ideaal in het christendom. Het dominant narratief achter dit beschavingsideaal was het christendom. Niet zonder toeval was de lagere geestelijkheid, tewerkgesteld in de gelederen van brancardiers en aalmoezeniers, de drijvende kracht achter de Frontbeweging. Het christelijke narratief van zelfopoffering bood immers een vruchtbare grond om het persoonlijk lijden aan het front te kaderen binnen een groter perspectief; de Vlaamsgezinde frontsoldaat hield zich voor dat hij door zijn lijden, nu in de loopgraven, het recht van een onafhankelijk Vlaanderen later zou kunnen afkopen. Sanguis martyrum semen ecclesiae [1], het bloed van de martelaren is het zaad van de Kerk. Firmin Deprez (1890-1916) schrijft bijvoorbeeld aan zijn kameraad Berten Pil :

‘Ik voel niets voor het oorlogsleven, maar als ik rondom mij zie en hoor hoe zovelen onzer jongens ten oorlog gaan, als ik bemerk hoe men ook nu Vlaanderen wil kleineren, dan zal ook ik soldaat worden om later – na de oorlog – recht te hebben tot spreken en zonder schroom voor Vlaanderens recht te kunnen vooruitkomen.’

De specifieke rol van het christendom in de psyché van de soldaat blijkt een typisch katholiek fenomeen te zijn; gelijkaardige gevoelens kunnen we ook bemerken bij Ierse nationalisten, die de Eerste Wereldoorlog beschouwen als dé kans om Ierse onafhankelijkheid in de loopgraven te verdienen. Om het met de woorden van Firmin Deprez te zeggen :

‘Ideaal ! Vlaams Ideaal ! Kristen Ideaal ! Dat is mijn leven, mijn streven en verlangen, dat is mijn levensvreugd en de voorbode van de eeuwige vrede. (…) Niet geaarzeld, beste vriend, ijver, ijver overal voor de goede zaak. Zie in u zelf en breek uw gebreken, of, zie rondom u en geef een goed voorbeeld. Spreek, schrijf, zing en doceer voor de goede zaak, maar bijzonder bid er voor. Heb een groot Ideaal : u zelf volmaken en uw omgeving met u.’

3) Creatieve expressie van dit christelijk beschavingsideaal. Het hoogstaand beschavingsideaal van de Frontbeweging resulteerde in een explosie van culturele activiteit, zowel in de literatuur als in de beeldende kunsten. We volstaan hier met het voorbeeld van Joe English (1882-1918), die met zijn pentekeningen, schetsen en schilderijen het lijden van de Vlamingen aan het front een gezicht heeft gegeven.

p1040902

 

De drie componenten van het cultureel DNA van de Vlaamse Beweging aan het IJzerfront staan haaks op de betrachtingen van de sociaaldemocratie; tegenover een klassenstrijd stellen de Fronters beschaving en individuele vervolmaking, tegenover een maatschappij zonder religie stellen de Fronters een actief herbeleven van het leven van Christus, tegenover lelijkheid als middel tot vervreemding stellen de Fronters de esthetisering van het lijden aan het front in literatuur en beeldende kunst.

De Vlaamse Beweging is een verhaal met een groot potentieel indien men opnieuw de culturele en ideologische schatkamer aanboort die zij sinds de Eerste Wereldoorlog heeft achtergelaten. Indien de Vlaamse Beweging werkelijk een inhoudelijke concurrent wil worden van de sociaaldemocratische mainstream en diens cultureel-Marxistische vooronderstellingen, zal die zich dienen te herbronnen in haar culturele en spirituele oorsprong. Zo niet, zal zij irrelevant worden als een van de vele bijproducten van de cultureel-Marxistische mainstream.

[1] Tertullianus, Apologeticus 50.

 

Raf Praet is klassiek filoloog en doet momenteel onderzoek naar de late oudheid in het kader van zijn doctoraat aan de universiteiten van Groningen en Gent.

Foto’s © Reporters.