Hoe het allemaal begon … met een overvloed aan beukennootjes in de tuin. De familie De Rycke – afkomstig uit Harelbeke – woont sedert het jaar 2000 in Hove aan de Magdalena Vermeeschlaan. Een erg bosrijke omgeving met het gemeentepark als achterbuur. Tot 2008 stonden er twee beuken in hun tuin. Een goed onderhouden beukenbos geeft meerdere duizenden kilo’s beukennoten per jaar. In een goed onderhouden bos staan er 3 tot 400 beuken per ha. De meeste mensen die een beuk in hun tuin hebben staan, doen niets met de opbrengst van noten. Ze geven ze wekelijks mee met de witte GFT-zak. Spijtig !
Op een dag lag de tuin van Gino De Rycke vol met beukennootjes, hij kon ze gewoon opscheppen. Innovatief en creatief zoals hij is, gaat deze dokter in de scheikunde (KUL en Universität Göttingen) op zoek naar de mogelijke toepassingen van de beukennootjes. “Met mijn wetenschappelijke achtergrond wilde ik er iets verstandig mee doen. Dat beukennootjes een hoog oliegehalte hebben, was geen nieuwigheid voor mij. Bij het surfen naar meer informatie werd mijn nieuwsgierigheid geprikkeld door het lezen van 18de eeuwse teksten waarin beukennootolie beschreven werd als ‘de olijfolie van het noorden’. Beukennootolie was daarom een belangrijke voedingsbron en smaakmaker. Van de 16de tot de 19de eeuw was beukennootolie de belangrijkste olie in onze streken. Kwalitatief is het minstens zo goed als de oliën uit het zuiden (olijfolie). Ik wilde dit eens proeven en zo begon ik het zelf te maken” aldus Gino.
De meeste beukenbossen ten noorden van Parijs zijn aangelegd voor de beukennootjes. Daarna pas voor het hout.
Door de verdere industrialisatie van de landbouw en de globalisering van de handel, en de arbeidsintensiviteit om beukennootolie te produceren, verdween dit meer en meer naar de achtergrond. Men importeerde meer oliën uit het zuiden. Echter, in tijden van oorlog, werd de bevolking hier opgeroepen om beukennootjes te rapen in het bos om als ‘spijsolie’ te gebruiken. Gino heeft als bewijs een Nederlandse affiche uit de Tweede Wereldoorlog ingekaderd op zijn bureel staan.
Andere bomen, zoals hazelaars en walnoten, leveren ook oliën.
Zelf professioneel olie maken…
Deze activiteit van beukennootolie bleef tot 2011 voor de familie De Rycke een hobby. Toen zoon Peter een carrièreverandering moest ondergaan, besloot hij om van deze hobby zijn beroep te maken.
Natuurlijk konden beginnersfouten niet vermeden worden, maar na een paar mislukkingen kon men trots spreken van de eerste beukennootolieproductie. De volgende periode groeide de passie, en kwamen de hazelnoten en walnoten van de buurman ook aan bod. Mensen brengen massa’s noten aan en in ruil krijgen ze olie terug geleverd.
Onvermijdelijk werden de verschillende oliën veelvuldig in de eigen keuken gebruikt, en werd de kokkin des huizes eveneens olieproefster. Haar bevindingen vormden de leidraad in de zoektocht naar de optimale smaak … en bleven de vele vrienden en familie maar zeggen hoe ‘heerlijk’ de oliën wel zijn.
Leveren aan sterrenrestaurants
“Hoe kom ik te weten of mijn olie echt zo lekker is ? Dit was de vraag die mijn vader zich begon te stellen in de herfst van 2010 toen hij hoorde dat Wouter Keersmaekers, chef-kok van restaurant ‘De Schone van Boskoop’ in Boechout, peter was van Nationale Week van de Smaak. Het moment om Wouter te contacteren … die bereid was om hazelnootolie te proeven. Als iemand zou weten of de olie geslaagd was, dan was hij het wel. Hij vond ze fantastisch. Kun je enkele liters voor mij maken ? was zijn vraag. Aldus geschiedde. Daarna kwamen de andere Vlaamse sterrenrestaurants met chef Kobe Desramaults van restaurant ‘In de Wulf’ in Heuvelland aan bod, onmiddellijk gevolgd door restaurant “Hof van Cleve” uit Kruishoutem. Sedertdien is het niet meer gestopt met bestellingen” aldus Gino.
Ondertussen is het assortiment natuurlijke oliën verder uitgebreid en produceert men vandaag reeds verschillende soorten noten- en zaadoliën. Men levert sedert 2014 aan de hele markt, niet enkel aan toprestaurants. Heel de productie gebeurt in Hove. Men wenst de beste kwaliteit te bereiken. Van pure grondstoffen, zonder oxidaties en hydrolyses. Men neemt zijn voorzorgen zodat de aromastoffen in het eindproduct blijven.
De naam Migino is de samenvoeging van de voornamen van het echtpaar – Mieke en Gino.
De olie is goed voor alle gebruik aan tafel : voorgerechten, vis, vlees, nagerecht …
De EU promoot enkel olijfolie. De producten van eigen bodem werden niet gezien. In Hove kan men de oliën kopen via Brandt Food aan het Sint-Laureysplein.
Men kan een bedrijfsbezoek bij Migino aanvragen. Zo kan men ter plaatse in Hove proeven met hapjes op basis van oliën. Hopelijk komt er nog een (fiets)ingang via het gemeentepark naar de zaak.
Migino Notenolie
Magdalena Vermeeschlaan, 19
2540 Hove
03 / 449.98.83. – info@migino.be – www.migino.be – Facebook.
Foto’s (c) Gazet van Hove.