Door Harry De Paepe – www.doorbraak.be .

De N-VA heeft twee kandidaat-voorzitters : Geert – ‘Wie is die man ?’- Vertongen en Bart De Wever. Ongetwijfeld zal De Wever zichzelf opvolgen. Maar hoe sterk is Vertongens roep om verandering ?

Tot maandag 10 november kunnen de N-VA leden elektronisch of gewoon ouderwets per post stemmen voor een nieuwe voorzitter. Bart De Wever zal hoogstwaarschijnlijk zichzelf opvolgen. De koning is dood, leve de koning ! De vraag is vooral : hoe groot wordt de kroon die de achterban op zijn hoofd zal plaatsen ?

Een uitzondering op de uitzondering

Geert Vertongen wordt uitgedaagd door zittende voorzitter Bart De Wever. Jawel, Vertongen stelde zich eerst kandidaat, De Wever volgde later. De twijfel van Bart De Wever lag hem uiteraard niet aan het feit of hij Geert Vertongen, nobele onbekende – hoewel, een beetje bekend ten tijde van de Sabenaondergang – wel zou aankunnen, maar het lag hem vooral aan de vraag of de achterban een vierde mandaat zou slikken. De partij laat officieel slechts twee termijnen toe als voorzitter. In 2011 werd hem een eerste uitzondering verleend door de partijraad van de N-VA en hij behaalde een stalinistische score, iets waar hij zich wat ongemakkelijk bij voelde, van 99%. De Wever is een god in zijn partij. Het feit dat hij slechts maar een beetje tegenwind ontving toen hij zijn eigen belofte van 2011 verbrak om toch een vierde keer een gooi te doen naar de stoel van de voorzitter is veelbetekenend.

De prikjes van Vertongen

En toch. Geert Vertongen snijdt in zijn hopeloze campagne voor de troon van De Wever enkele thema’s aan waar kritische N-VA leden wellicht oren naar hebben. De man citeert De Wever die in 2011, op zijn stalinistische hoogtepunt, verklaarde dat het gevaarlijk is als een partij te lang door dezelfde persoon wordt geleid. Daarnaast prikt de kandidaat uit Diepenbeek de partijtop met een fijn zinnetje in een verklaring in het oktobernummer van het partijblad van de N-VA : ‘(…) is dit misschien wel het uitgelezen moment om iemand van buiten de inner circle een kans te geven.’ Het is een kritiek die al eerder geuit werd: de partijtop is té veel de vriendenkring van de baas. Vertongen pleit voor een vlakkere partijstructuur, afdelingen die dichter bij de leiding staan. Eigenlijk pleit hij dus voor een ‘terug naar de basis’-verhaal. Tussen 2001 en 2009 was de N-VA effectief zo’n partij. Partijleden belden en sms’ten zonder barrière naar de parlementsleden of de voorzitter. In 2001 had de N-VA nog zo’n 7.000 leden, vandaag zou dat om en bij de 40.000 leden zijn. De tijden zijn veranderd. De Wever geeft dat in zijn verklaring voor het partijblad ook aan : ‘Het was vaak al een moeilijke oefening om alles op elkaar afgestemd te krijgen. Nu zal de complexiteit daarvan enkel toenemen.’ Van een op een vlot drijvende chaotische groep gelijkgestemden in de beginjaren evolueerde de partij naar een op koers varende, strak gestuurde kruiser. Té strak volgens sommigen.

Geert Vertongen
de uitdager van “God De Wever” …

‘Sire ! U blijft onze Koning !’

Maar Vertongen is een realist. ‘Want ook al zou Bart geen nieuwe termijn aangaan, hij zou ook in de toekomst de morele leider zijn.’ Dat is ontegensprekelijk zo. Bart De Wever heeft de partij, waar men in 2001 nog aan dacht om met ‘Vlaams en sociaal’ als slogan van start te gaan, met succes naar zijn denken gekneed.  De Antwerpse burgemeester zal onder luid applaus zichzelf sowieso opvolgen. Te deum laudamus, u weet wel. Maar misschien zit er wel een toegeving in voor de kiezers van Vertongen. Hij kan misschien, indien de morrenden zich roeren, een 20 % halen en zijn partij verlossen van de stalinistische scores van de voorbije tien jaar. De leider kan dan grootmoedig het tweede aandachtspuntje van Geert Vertongen laten uitvoeren: het confederalisme invoeren in de statuten, als tussenlanding naar een Vlaamse republiek. Dan is het back to business. Over 48 maanden vinden er opnieuw gemeente- en provincieraadsverkiezingen plaats. ‘In die tijd moeten we ons partijprogramma van “Verandering voor Vooruitgang” omzetten in beleid, op alle niveaus’, laat De Wever optekenen.

Er is geen tijd voor een Koningskwestie binnen de N-VA.