In De Tijd van 4 juli 2014 stond een pleidooi van Andreas Tirez, liberaal econoom, voor een federale kieskring. De democratie is gebaat met de afschaffing van de grendels en dan pas kan een federale kieskring er komen. Een standpunt van eindredacteur Harry De Paepe.

Tirez stapt weg van het voorstel van de Paviagroep, met onder meer professoren Kris Deschouwer, Philippe Van Parys en Carl Devos, dat bepleit dat 15 (6 Franstalige en 9 Nederlandstalige zetels) van de 150 Kamerzetels via een federale kieskring worden gekozen. Zijn voorstel gaat verder en wil alle 150 zitjes laten verkiezen in een grote federale kieskring. Daarmee verwijst hij naar het Nederlandse systeem. In het systeem-Tirez zou de N-VA op ongeveer 32 à 33 zetels uitkomen. Een status-quo ten opzichte van het huidige resultaat. De socialisten (PS + sp.a) verliezen hierbij zo’n vier à drie zetels, evenveel als de liberale familie, afhankelijk van het feit of ze opnieuw unitaire partijen worden. De N-VA zou zich verleid moeten voelen door het idee. Ze blijft immers de grootste. Zelfs het Vlaams Belang wint erbij (van de huidige drie naar een vijf of zes zetels). Maar kan electoraal voordeel hét argument zijn voor een kieshervorming ?

 

Electorale belangen en het ‘monster’

cartoon vl laat zich vangenGuy Verhofstadt paste ooit in 2002, samen met de paars-groene partijen, de kieswetgeving aan in de hoop er voordeel uit te halen. Er werd een kiesdrempel ingevoerd van 5% om versplintering tegen te gaan, en de jonge N-VA dood te knijpen. Simulaties toonden ook aan dat de nieuwe provinciale kieskringen de grootste oppositiepartij van toen, CD&V, pijn zouden doen ten voordele van de regeringspartijen. Tien jaar later waren al deze argumenten van geen tel meer. De N-VA overleefde het, Verhofstadt was in België afgeschreven en de groene partij was bijna zelf ten onder gegaan aan de kiesdrempel. Nee, electorale partijbelangen kunnen en mogen de motor niet zijn van democratische verandering.

Het idee van econoom negeert een ander Belgisch gegeven dat de werking van de democratie grondig belet. Jean-Pierre Rondas vergeleek het ooit met een mythisch monster uit een Oud-Engels heldengedicht. In de grondwetsherziening van 1970-1971 werden de zogenaamde ‘grendelwetten’ ingevoerd. Het moet de Franstalige minderheid beschermen tegen de Vlaamse meerderheid. Wetswijzigingen, over communautair gevoelige thema’s, vereisen een tweederdemeerderheid en de beruchte alarmbelprocedure is van kracht. Dat betekent dat drie vierde van de parlementsleden van een taalgroep een motie kan indienen waarin ze verklaren dat een bepaalde wetsverandering de relatie tussen de gemeenschappen in gevaar brengt. Het is een oude Franstalige eis (van begin jaren 1920 al) gebaseerd op angst en wantrouwen. Beeld je de stemming van het vastleggen van de taalgrens in 1962 in of stel je de goedkeuring van de taalwetten van de jaren 1930 even voor met zo’n alarmbel. Ze waren er gewoonweg niet gekomen ! De Franstalige christendemocraat Pierre Wigny – de man op wiens voorstel de procedure in 1971 werd ingevoerd – noemde het gebruik ervan ‘een gevaar voor de eenheid van het land’. Tot nog toe is de alarmbelprocedure tweemaal gebruikt en de dreiging om het te gebruiken heeft de regering Martens VIII genekt. De daders waren telkens Franstalige parlementsleden.

 

Geen grendels

cartoon nog cadeautjesDe realiteit van de grendels belemmeren het idealistische federalistische denken van onder meer de Paviagroep en ook van Andreas Tirez. Zij zien een België waar heel het land voor dezelfde politici kan stemmen. Het is een ideaal vanuit een Belgisch denken. Maar de bestaande grendelwetten ontkennen dat ideaal. Sinds de jaren 1970 onderhandelen de Franstalige partijen met de Nederlandstaligen telkens met de dreiging van de grendels op de achtergrond. Zolang deze wetten van kracht zijn, kan er geen federale kieskring bestaan. Deze ‘monsterlijke’ wetten tonen aan dat er geen eenheid in België is, maar dat er een diep politiek wantrouwen leeft. Ondanks de veelvuldige liefdesbetuigingen en lofzangen dat we ‘allemaal Belgen zijn’ eiste de Franstalige minderheid de grendels. Indien de ‘belgitude’ werkelijk en echt is, dan behoeft België deze vergrendeling niet en ontstaat de mogelijkheid van een federale kieskring als vanzelf. Het zou een land zonder communautaire spanningen worden. Maar wie gelooft er in dergelijke sprookjes ? We gaan het land heus niet democratiseren door een ‘zuivere federale kieskring’ in te voeren. De enige echte democratisering is de afschaffing van de grendels op de grondwet.

Harry De Paepe – www.doorbraak.be .

Coverafbeelding : affiche van de Volksunie tegen de grendelwetten